Social Psychology
By: Jon • Essay • 1,603 Words • May 20, 2010 • 1,150 Views
Social Psychology
Module 1 Doing Social Psychology
blz. 3 t/m 14
Social psychology The scientific study of how people think about, influence, and relate to one another.
Forming and testing theories
Theory An integrated set of principles that explain and predict observed events.
Hypothesis A testable proposition that describes a relationship that might exist between events.
Correlational research: detecting natural associations
Correlational research The study of the naturally occuring relationships among the variables.
De grote kracht van correlatie onderzoek is dat het voorkomt in real-world gebeurtenissen waarin we factoren zoals ras, sex, and sociale status kunnen examineren, die we niet kunnen manipuleren in een lab-experiment. Het grote nadeel is de meerduidigheid van de resultaten.
Wetend dat twee variabelen tegelijk veranderen stelt ons in staat de ander te voorspellen als we de ene weten; maar correlatie specificeert niet oorzaak en gevolg.
Experimental research Studies that seek clues to cause-effect relationships by manipulating one or more factors (independent variables) while controlling others (holding them constant).
Experimental research: searching for cause and effect
Random assignment The process of assigning participants to the conditions of an experiment such that al persons have the same chance of being in a given condition. (Note the distinction between random assignment in experiments and random sampling in surveys. Random assignment helps us infer cause and effect. Random sampling helps us generalize to a population.)
Mundane realism The degree to which an experiment is superficially similar to everyday situations.
Experimental realism The degree to which an experiment absorbs and involves its participants.
Ethische principes samengesteld door universiteiten:
• Informed consent An ethical principle requiring that research participants be told enough to enable them to decide whether they wish to participate.
• Wees eerlijk;
• Bescherm mensen tegen pijn en discomfort;
• Behandel de informatie over mensen vertrouwelijk;
• Leg achteraf het experiment volledig uit, behalve als dit schadelijk is voor de persoon.
Module 2 Did you know it all along?
blz. 15 t/m 18
Hindsight (achteraf) bias The tendency to exaggerate, after learning an outcome, one’s ability to have foreseen how something turned out. Also known as the I-knew-it-all-along phenomenon.
Het punt is niet dat gezond verstand precies verkeerd is. Eerder, gezond verstand is meestal juist na de gebeurtenis. We maken ons veel te vaak wijs, dat we meer denken te weten dan we werkelijk doen. En daarom hebben we wetenschap nodig; om uit te pluizen wat de werkelijkheid is en wat illusie, en om uit te pluizen wat echte voorspellingen zijn en wat achteraf wordt gezegd.
Module 3 Self concept: who am I?
blz. 21 t/m 30
At the center of our worlds : our sense of self
Self-concept A person’s answers to the question, “Who am I?”.
Self-schema Beliefs about self that organize and guide the processing of self-relevant information.
Self-reference effect The tendency to process efficiently and remember well information related to oneself. Because we tend to see ourselves as center stage, we tend to overestimate the extent to which others' behavior is aimed at us.
Spotlight-effect We denken dat mensen allemaal dingen aan ons opmerken. Maar eigenlijk valt het bijna niemand op als je bijvoorbeeld nieuwe kleren aanhebt (= illusion of transparency).
Cocktail-effect